Wat je moet weten / Achtergrondinformatie
De gezondheid van de hoeven, vachtconditie en stabiele energieniveaus zijn belangrijke indicatoren van een goed werkende stofwisseling.

Schommelingen in de bloedsuikerspiegel of hormonale disbalans uiten zich vaak eerst subtiel, zoals een doffe vacht, ongelijke verharing of gevoelige hoeven.

Wat je kunt bijhouden

• Energie / Werkethiek (1–5) : Beoordeel de bereidheid en vitaliteit van je paard. Sloomheid of wisselende energie kan wijzen op schommelingen in de bloedsuikerspiegel.
• Vachtglans (1–5) : Strijk tegen de haarrichting in bij daglicht. Een doffe of “kalkachtige” vacht (score 1–2) duidt op een disbalans. Streef naar een glanzende score van 4–5.
• Verharingspatroon : Noteer de timing en gelijkmatigheid van de voorjaarsverharing. Vertraagde of vlekkerige verharing komt vaak voor bij hormonale problemen.
• Digitale pols : Laat je vingertoppen glijden over de zachte groef boven de bal van de hoef. Een zachte polsslag is normaal; een duidelijke, bonzende pols kan een vroeg teken van hoefbevangenheid zijn — neem dan contact op met je dierenarts.
• Hoefwarmte : Vergelijk de temperatuur van de hoef met die van de grond, met je hand. Is één hoef opvallend warmer dan de andere of dan de ondergrond? Dat kan op een ontsteking wijzen, nog vóórdat kreupelheid zichtbaar is.
• Hoefwand-groeiringen : Markeer maandelijks de nieuwe hoorngroei aan de kroonrand en meet de groei in millimeters. Trage of golvende groei wijst op metabole stress.
• Vette nek (cresty neck) : Knijp in het vetkussen bovenop de hals. Plat en zacht is normaal; een harde, bolle rol wijst op abnormale vetopslag.
• Lichaamsconditiescore (1–9): Voel maandelijks aan de ribben, schoft, schouders en staartaanzet. Streef naar een score van 5–6. Overgewicht verhoogt het risico op insulineresistentie.
• Rusthartslag : Tel de hartslagen via de onderkaak of achter de elleboog. Een rustfrequentie van 28–40 slagen per minuut is normaal. Een constante verhoging kan wijzen op pijn of stofwisselingsproblemen.

Extra tips & tricks

• Meet altijd in dezelfde volgorde en omgeving voor consistente resultaten.
• Gebruik een niet-giftige marker om de hoefgroei nauwkeurig te volgen.
• Controleer eerst de digitale pols vóór je de hoefwarmte beoordeelt. Een verhoogde pols én warmte = direct dierenarts raadplegen.
• Noteer externe invloeden zoals weer, voeraanpassingen of stalrust.
• Registreer deze metingen wekelijks, alleen zo ontdek je echte trends, in plaats van momentopnames.

Wat je kunt bijhouden

• Mestconsistentie (schaal 1–5): 1 = waterig … 5 = hard. Controleer elke verse mesthoop en breek er één open als je twijfelt. Uiterste scores kunnen wijzen op vochttekort of een verstoorde darmflora.
• Mestfrequentie (6–10 hopen per 24 u): Tel alle mesthopen gedurende een volledige dag. Plotse stijgingen of dalingen kunnen duiden op verminderde darmwerking of stress.
• Geurintensiteit: Een milde, aardse geur is normaal. Een zure of scherpe geur wijst vaak op fermentatieproblemen in de darmen.
• Eetlust & kauwen (schaal 1–5): Observeer de eerste 10 minuten van het eten. Snel schrokken of slecht kauwen kan wijzen op maagzweren of gebitsproblemen.
• Stemming & gedrag (schaal 1–5): 1 = prikkelbaar/singelgevoelig … 5 = rustig/ontspannen. Let op het gedrag tijdens het poetsen en werken voor vroege tekenen van buikongemak.
• Houding & buikspanning: Let op een opgetrokken buik, schrapen of uitrekken. Opgeblazen gevoel of koliek start vaak met subtiele signalen hier.
• Voerovergangen (Ja/Nee + notities): Noteer elke wijziging in hooi, krachtvoer of supplement. Introduceer over 7–10 dagen om de darmflora de tijd te geven zich aan te passen.
• Wateropname (25–35 L/dag): Meet dagelijks. Verminderde drinklust verhoogt het risico op koliek.
• Recente antibiotica/ontwormers (laatste 30 dagen): Noteer data en producten. Deze kunnen de darmflora verstoren—overleg met je dierenarts over het gebruik van probiotica.

Extra tips & tricks

• Noteer je observaties telkens op ongeveer hetzelfde tijdstip om eerlijk te kunnen vergelijken.
  
• Gebruik een eenvoudig overzicht of app om trends in mestconsistentie en -frequentie visueel te volgen.
  
• Bij een wijziging in voer of supplementen: observeer gedurende een week extra nauwkeurig.
  
• Deel je logboek met je dierenarts vóór een routinecontrole voor sneller en gerichter advies.

Disclaimer: Deze checklist registreert waarneembare signalen. Ze stelt geen diagnoses en garandeert geen supplementwerking. Gebruik ze als leidraad voor dagelijkse opvolging en om te bepalen wanneer professioneel advies nodig is.

Wat je moet weten / Achtergrondinformatie
Een gezonde voortplantingsfunctie steunt op regelmatige cycli en stabiel gedrag. Onregelmatige hengstigheid of uitgesproken stemmingswisselingen bij merries, en onverwachte agressie of lusteloosheid bij hengsten, kunnen wijzen op onderliggende problemen.

Wat je kunt bijhouden

• Typische cyclus: Gemiddeld duurt een cyclus ongeveer 21 dagen, met 4–7 dagen hengstigheid en 14–16 dagen ertussen. Een “regelmatige” cyclus valt tussen 18–24 dagen. Cycli korter dan 18 dagen, langer dan 30 dagen of het overslaan van hengstigheid zijn waarschuwingssignalen.
• Stemming & gedrag (schaal 1–5): Noteer wekelijks de gevoeligheid en het gedrag. Milde prikkelbaarheid tijdens de hengstigheid is normaal, maar ernstige agressie, rugpijn of werkweigering bij merries en agressie of sloomheid buiten het dekseizoen bij hengsten verdienen aandacht.
• Drachtpercentage (merries) / Spermakwaliteit (hengsten): Verwacht 50–70 % dracht bij vers sperma, 45–65 % bij gekoeld en 30–45 % bij diepgevroren sperma. Noteer het aantal dekkingen per dracht om trends op te sporen.
  Volg per collectie de beweeglijkheid, morfologie en concentratie van het sperma op.
  

Extra tips & tricks

• Gebruik eenvoudige wekelijkse scores en data om sneller patronen te herkennen dan met complexe tools.
• Combineer je voortplantingslogboek met lichaamsconditie- en stofwisselingsgegevens voor een volledig gezondheidsbeeld.
• Blijft een van de parameters afwijkend of heb je zorgen over de vruchtbaarheid? Raadpleeg dan meteen je dierenarts of een specialist voortplanting.

Wat je moet weten / Achtergrondinformatie

Hoe snel je paard afkoelt en vitale functies normaliseert na inspanning, toont het echte conditieniveau. Traag herstel kan wijzen op overtraining, uitdroging of onderliggende pijn.

Wat je kunt bijhouden

• Toplijn & spierontwikkeling (foto’s):
  Maak maandelijks zij- en achteraanzichten van hals, rug en achterhand. Een vollere, egalere bovenlijn toont echte spieropbouw.
• Hartslagherstel:
  Rusthartslag: 28–44 slagen/min.
  Meet 10 minuten na inspanning: streef naar ≤ 60 slagen/min (sommige bronnen ≤ 64).
  Meet opnieuw na 30 minuten: hartslag moet terug normaal zijn. Een waarde > 72 kan wijzen op overbelasting.
• Ademhalingsherstel:
  Rustfrequentie: 8–16 ademhalingen/min.
  Na 10 minuten: < 60 diepe ademhalingen/min.
  Na 30 minuten: ≤ 20 ademhalingen/min wijst op een goede conditie.
• Temperatuurherstel:
  Rusttemperatuur: 37,2–38,3 °C.
  Moet binnen 10–15 minuten actief koelen beginnen te dalen.
  Normaliseren binnen 60–120 minuten—anders is er mogelijk sprake van hittestress.

Extra tips & tricks

• Log hartslag (HR), ademfrequentie (RR) en temperatuur op 2, 5, 10 en 30–60 minuten na het werk voor een volledig herstelprofiel.
• Stap je paard 10 minuten voor je meet om de metingen te standaardiseren.
• Koel grote spiergroepen met koud water tot het aflopende water koel aanvoelt, schraap af en herhaal.
• Bied lauw water aan (15–20 °C) en zet het paard in de schaduw of tocht.

Bel onmiddellijk je dierenarts als na 10 minuten:

• HR > 80 slagen/min
• RR > 80 ademhalingen/min
• Temperatuur ≥ 39 °C die langer dan 30 minuten aanhoudt
• Of als je trillingen, ataxie of donkere urine opmerkt.

Wat je moet weten / Achtergrondinformatie

Een efficiënte leverfunctie helpt bij het afvoeren van toxines en ondersteunt een glanzende vacht, comfortabele huid en een stabiel energieniveau. De eerste zichtbare voordelen van supplementatie treden meestal op na 4–6 weken consistent gebruik.

Wat je kunt bijhouden

• Vachtglans & helderheid (schaal 1–5): Bekijk de vacht bij daglicht en strijk ertegenin. Scores van 4–5 wijzen op een gezonde leverfunctie; 1–2 kunnen duiden op een ophoping van afvalstoffen.
• Seizoensgebonden jeuk & huidcomfort (schaal 1–5): Evalueer de jeuk tijdens piekperiodes. Minder schuurplekken en wondjes duiden op een verbeterde huidgezondheid.
• Energie & eetlust (schaal 1–5): Observeer de eetlust en algemene vitaliteit. Een gretige, stabiele eetlust (score 4–5) wijst op een goed werkende stofwisseling.

Extra tips & tricks

• Evalueer altijd op dezelfde plek (bv. schouder of flank), op hetzelfde tijdstip van de dag en onder gelijkaardige lichtomstandigheden.
• Noteer scores wekelijks, samen met eventuele veranderingen in voeding, weer of management.
• Maak een foto van de vacht en eventuele jeukplekken om de visuele vooruitgang op te volgen.
• Blijven de scores laag na 6 weken? Overweeg dan om je dierenarts te raadplegen voor verder advies.

Most owners notice small wins like shinier coat, better manure, quicker cool-down, within about 1–2 months when the routine is right. Hooves grow slowly, so expect a full season before you see real change there. Compare each horse to its own starting point, not to a calendar.

Nee, houd je aan de aanbevolen dagelijkse dosis. Een stabiele, correcte dosering in combinatie met goed management levert op de lange termijn altijd de beste resultaten op.

Ja, onze supplementen zijn zo samengesteld dat ze veilig gecombineerd kunnen worden. Let wel op mogelijke overlap in ingrediënten.

Vermijd overlappende ingrediënten om overdosering te voorkomen. Twijfel je? Stuur ons gerust een bericht, dan zoeken we het samen uit.