Voeding is geen "one size fits all"
Paarden zijn van de natuur overgestapt naar het leven op stal. Bij het opstellen van een voederplan, is het belangrijk om de oorsprong van je paard in het achterhoofd te houden. Dit betekent: ruwvoer vormt de basis van elk rantsoen en weidegang is belangrijk.
Waarom is ruwvoer zo belangrijk?
Ruwvoer is zó belangrijk omdat het tegelijk:
-
De basisenergie en voedingsstoffen levert die je paard de hele dag door nodig heeft.
-
De darmen gezond houdt dankzij het hoge vezelgehalte, wat zorgt voor een goede darmwerking en een stabiele darmflora
-
De maag en het verteringsstelsel beschermt: kauwen verkleint niet alleen het voer, maar zorgt ook voor veel speeksel. Dat speeksel werkt als een soort natuurlijke buffer: het helpt het maagzuur te neutraliseren en de maag gezond te houden.
-
Onmisbaar is voor het gebit: de kauwbewegingen op stengelig ruwvoer zorgen voor een natuurlijke slijtage van de tanden.
-
Rust en natuurlijk gedrag ondersteunt: paarden zijn gemaakt om vele uren per dag te knabbelen; voldoende ruwvoer vermindert verveling en stress.
-
Kauwen zorgt voor de aanmaak van speeksel. Speeksel is belangrijk voor zijn bufferende werking in het verteringsstelsel van je paard, door zijn vermogen om de correcte pH-waarde te behouden.
Laten we eens vergelijken:

Types ruwvoer
1. Weidegras
✅ Natuurlijk, zeer smakelijk en stimuleert veel kauwen en beweging. ⚠ Kwaliteit en suikergehalte schommelen sterk per seizoen; moeilijk precies te doseren.
2. Hooi
✅ Makkelijk te bewaren en te doseren; goede basis voor de meeste paarden.
⚠ Grote verschillen in voedingswaarde mogelijk; kwaliteit hangt af van snede, soort gras en bewaring.
Zo kan je zelf de kwaliteit beoordelen:
A. Voelen: voelt het hooi zacht, stevig of hard? Dit hangt samen met de blad/stengel-verhouding. Meer blad = zachter en meestal voedzamer (geschikter voor magere paarden); meer stengel = harder en soberder.
B. Ruiken: vers hooi ruikt fris en aromatisch. Hooi dat ouder is dan +- 0,5–1 jaar ruikt vaak muf of stoffig of heeft bijna geen geur meer.
C. Kijken: hooi van goede kwaliteit is meestal mooi groen-geel, niet grauw, grijs of bruin.

3. Voordroog
✅ Vaak stofarmer dan hooi en meestal iets energierijker; handig voor paarden met gevoelige luchtwegen of meer energiebehoefte.
⚠ Gevoelig voor slechte bewaring (schimmel, te zuur)
4. Luzerne (gehakseld met stengels)
✅Eiwit- en mineralenrijk; ondersteunt bespiering en kauwactiviteit, goede aanvulling voor magere paarden.
⚠ Relatief “rijk”: beter als aanvulling op hooi (bv. tot. +- 1–2 kg/dag), niet als enige ruwvoerbron.
5. Stro (bijv. tarwestro)
✅ Geeft veel kauwtijd en structuur; kan helpen tegen verveling in stal of paddock.
⚠ Weinig voedingswaarde; alleen als aanvullend ruwvoer, niet als hoofdbron voor magere paarden (Hallebeek, 2024).
Wanneer en hoeveel krachtvoer heeft een mager paard nodig?
Krachtvoer is een snelle energiebron en vooral nuttig bij paarden die meermoeten presteren, zoals sportpaarden. Het blijft echter altijd aanvullend: je gebruikt het alleen als ruwvoer (hooi/ voordroog/luzerne) niet volstaat om genoeg energie, eiwit, vitaminen en mineralen te leveren.

Begin altijd bij het etiket: let op het zetmeel- en suikergehalte en stem je keuze af op de behoefte van je paard:
-
Heeft je paard meer energie nodig (bv. een sportpaard dat meerdere keren per week intensief traint), dan kan een goed gekozen krachtvoer helpen.
-
Ligt de focus op eiwit en spieropbouw, dan kies je beter voor eiwitrijk ruwvoer (zoals luzerne of eiwitrijk hooi) en eventueel een vitamine-/ mineralenbalancer of een supplement zoals Body&Build van Curafyt, dat essentiële aminozuren bevat, in plaats van extra graanrijke brok.
Zo blijft ruwvoer de basis, en zet je krachtvoer gericht en doordacht in voor wat jouw magere paard écht nodig heeft.
Welke andere “brandstoffen” bestaan er (in plaats van extra krachtvoer)?
Naast krachtvoer kan je ook vet gebruiken als extra energiebron. Vet is een veilige, traag vrijkomende energiebron die helpt om glycogeen te sparen: je paard kan meer op vet verbranden, waardoor de suikervoorraden in de spieren minder snel uitgeput raken en de energie gelijkmatiger vrijkomt. Vet levert bovendien essentiële vetzuren.
Belangrijke bronnen zijn plantaardigeoliën (zoals lijnzaadolie, koolzaadolie) en oliehoudende zaden (zoals lijnzaad).
Vet wordt vooral in de dunne darm verteerd, met behulp van lipase en gal. Paarden hebben geen galblaas en geven gal dus continu af, maar in beperkte hoeveelheid. Daarom moet je vet altijd met mate en verdeeld over de dag aanbieden (Hallebeek, 2024).
Als vuistregel kan je bij volwassen paarden opbouwen tot maximaal 0,5–1 ml olie per kg lichaamsgewicht per dag (max. 250–500 ml voor een paard van 500 kg), verdeeld over 2–3 voerbeurten. Begin met kleine hoeveelheden, zoals 20 ml per dag, en verhoog dit langzaam (Hallebeek, 2024).
Een praktisch voorbeeld is Grow&Glow van Curafyt: een natuurlijke combinatie van 3 plantaardige vetten met veel omega-3, op basis van microalgen olie lijnzaadolie en kokosolie, aangevuld met vitamine E ter ondersteuning van een gezond lichaamsgewicht en algemene gezondheid. Dosering: 50 to 100 ml/dag voor een paard van 500 kg.

Bietenpulp als vezelrijke energiebron
Bietenpulp is een goed verteerbare vezelbron die extra energie levert zonder veel zetmeel. Het zorgt bovendien voor meer “volume” en vocht in het rantsoen, wat de darmgezondheid en hydratatie ondersteunt. Week bietenpulp altijd in minstens vijf keer zoveel water, want in droge vorm vergroot het het risico op een slokdarmverstopping (Hallebeek, 2024).
Basisprincipes
1.Voldoende ruwvoer (droge stof)
Streef naar minstens 1,5–2% van het lichaamsgewicht aan droge stof (DS) per dag. Droge stof is simpelweg het voer zonder water.
Praktisch voorbeeld voor een paard van 500 kg:
500 * (1.5 /100) = 7.5 kg DS
Hooi bevat 83% DS
(7.5 * 100)/83 = 9.04 kg hooi/dag
2. Maximaal 6 uur zonder ruwvoer
Laat je paard niet langer dan 6 uur zonder ruwvoer staan. Door lang te kauwen maakt het paard speeksel aan, wat de maag tegen zuur beschermt én verveling vermindert. Slowfeeders kunnen helpen om het ruwvoer over de dag te spreiden.
3. Steeds minder krachtvoer als ruwvoer
Geef nooit meer kilo’s krachtvoer dan ruwvoer en beperk het zetmeel tot ongeveer 1,5 g zetmeel per kg lichaamsgewicht per maaltijd.
Praktisch voorbeeld voor een paard van 500 kg:
500 * 1.5g = 750g zetmeel/maaltijd
Onderhoudskorrel bevat ± 31% zetmeel
750g/(31/100) = 2419g of 2.4 kg onderhoudskorrel
Dieetrichtlijnen voor magere paarden met
specifieke aandoeningen of bijzondere voedingsnoden
De onderliggende aandoening of specifieke voedingsnoden van het paard bepalen welk dieet en welke aanpassingen nodig zijn. Hieronder vind je praktische dieetrichtlijnen voor magere paarden met veelvoorkomende aandoeningen of extra eisen.
Tandproblemen
Bij paarden met tandproblemen wordt het voer vaak niet goed fijngemalen. Je ziet dan regelmatig lange stengels in de mest of propjes halfgekauwd ruwvoer op de grond liggen.

Zo pas je het voer aan:
- Gebruik zacht, fijn hooi of een tweede snede.
- Voeg geweekte ruwvoerbrokken of bietenpulp toe. Week 1 kg ruwvoerbrokken in 2–3 liter water of 0,5 kg bietenpulp in 2 liter water.
- Verdeel dit over minstens vier porties per dag.
- Laat geweekt voer niet langer dan 12 uur staan,
vooral niet bij warm weer.
Maagzweren
Maagzweren ontstaan wanneer delen van de maagwand te veel worden blootgesteld aan maagzuur. Het bovenste, plaveiselgedeelte of niet-kliergedeeltje heeft van nature geen beschermende slijmlaag en raakt daardoor snel geïrriteerd. In het onderste, kliergedeelte kan de bescherming verstoord raken, bijvoorbeeld door stress of medicatie. Factoren zoals onregelmatige of schaarse voederbeurten, weinig ruwvoer en een zetmeelrijk rantsoen verhogen de zuurbelasting op de maagwand en vergroten zo het risico op zweren.
Zo pas je het voer aan:
-
Zorg ervoor dat je paard de hele dag kan kauwen. Het speeksel dat tijdens kauwen vrij komt, zorgt ervoor dat de maag minder zuur wordt.
-
Voeg luzerne (0,5–1 kg per maaltijd) toe om maagzuur te bufferen. Luzerne bevat een hoog gehalte aan calcium, waardoor maagzuur wordt geneutraliseerd.
-
Beperk krachtvoer en kies voeders met <10% zetmeel.
-
Voeg Guts&Glory van Curafyt toe, een natuurlijk voedingssupplement dat belangrijke ingrediënten bevat om het herstel van het maagslijmvlies te bevorderen.
Voer altijd in vaste routine en verander niet plotseling van voer. Rust en regelmaat helpen de maag herstellen.
Chronische ontstekingen
Langdurige ontstekingen vragen veel van het lichaam. Het immuunsysteem blijft actief en verbruikt extra energie, waardoor het paard spierweefsel begint af te breken om die energie aan te vullen. Zo wordt het dier niet alleen magerder, maar verliest het ook kracht en bespiering.
Omdat laaggradige ontstekingen in darmen, huid, luchtwegen of gewrichten vaak subtiel verlopen, vallen ze niet altijd meteen op. Net daarom is het belangrijk je paard tijdig door een dierenarts te laten onderzoeken en de oorzaak te achterhalen.
In overleg kan daarna het rantsoen worden aangepast om het lichaam te ontlasten en voldoende energie te blijven leveren.
Zo pas je het voer aan:
-
Geef hoogwaardig ruwvoer met laag suikergehalte.
-
Gebruik vooral energie uit vezels en vetten in plaats van zetmeel, bijvoorbeeld via bietenpulp of ruwvoerbrok als veilige energiebron.
-
Voeg 50–100 ml Grow & Glow per dag toe als bron van omega-3 vetzuren.
-
Geef extra vitamine E: 1.000–2.000 IE per dag.
-
Voeg Restore & Revive van Curafyt toe als extra ondersteuning: 30 ml per dag voor een paard van 500 kg
Lever- of nierproblemen
De verwerking van eiwitten en afvalstoffen is verstoord. Te veel eiwit belastlever en nieren.

Zo pas je het voer aan:
-
Gebruik hooi van latere snede (minder eiwit) of meng hooi met stro.
-
Vermijd nat voordroog of sterk gefermenteerd voer.
-
Geef energie via vezels en olie, niet via eiwitrijke producten.
-
Vermijd overmaat aan luzerne of sojaschroot.
Laat het bloed van je paard regelmatig controleren en stem voer af met je dierenarts.
Oudere paarden
Ook bij oudere paarden is het belangrijk steeds te vertrekken vanuit het individuele dier. Kijk eerst naar de BCS (lichaamsconditiescore), observeer het kauwen (gebit, voer laten vallen, lang eten), beoordeel de mest (lange vezels ja/nee) en de ruwvoeropname: wat krijgt hij, wat eet hij écht op en wat lijkt hij in de darmen te benutten?
Breng ook de medische voorgeschiedenis in kaart: is er (risico op) PPID en/of insulinedysregulatie (IR), of andere aandoeningen zoals artrose, luchtwegproblemen of chronische pijn die eetlust en energiebehoefte beïnvloeden?
Rond en na ± 15 jaar kan de opname van voedingsstoffen minder efficiënt worden, terwijl de energiebehoefte in de praktijk vaak stijgt (o.a. voor thermoregulatie en behoud van spiermassa). Een ouder paard kan daardoor met hetzelfde voer minder energie en voedingsstoffen uit het rantsoen halen, waardoor het vermagert (Hallebeek, 2024).
PRAKTISCHE VOORBEELDRANTSOENEN
(voor een gemiddeld paard van ± 500 kg, altijd individueel aanpassen in samenspraak met je dierenarts)
1. Mager oud paard, maar verder gezond:
-
Weidegang is prima voor een gezond oud paard, zolang het het gras goed kan afbijten.
-
Ruwvoer: 8–10 kg goed hooi/voordroog per dag. Kies fijn, zacht, stofarm en schimmelvrij hooi of fijngesneden voordroog.
-
Vezelrijke energie:
-
ca. 1 kg geweekte bietenpulp.
-
-
- 1–1,5 kg luzernecobs/-mix (eventueel deels geweekt).
- Vitamine & mineralen balancer bv. Este Balancer
- Extra vet / energiebron: 50–200 ml olie per dag als extra energiebron (bv. Grow&Glow van Curafyt).
- Darmgezondheid: Guts&Glory van Curafyt om de darmflora en opname van nutriënten extra te ondersteunen.
2. Oud paard met slecht gebit
-
Ruwvoer (wat nog lukt): 2–4 kg zacht hooi per dag, alleen als het nog veilig gekauwd en doorgeslikt wordt.
-
Ruwvoervervangers (altijd geweekt):
-
2–3 kg luzerne- of grascobs, goed geweekt tot een pap.
-
± 1 kg geweekte bietenpulp.
-
Eventueel 1–2 kg vezelrijke senior mash als aanvulling of (deels) ruwvoervervanger.
-
-
Vet & energie: 100–150 ml olie per dag (bijv. Grow&Glow), verdeeld over meerdere porties.
-
Alles als slobber: Alle componenten goed weken en als slurry/slobber voeren, in meerdere kleine maaltijden om slokdarmobstructie te voorkomen.
-
Darmflora (extra belangrijk):
-
Omdat slecht kauwen de vezelvertering bemoeilijkt, is een goede darmflora cruciaal.
-
Guts&Glory van Curafyt ondersteunt de darmgezondheid en zo de benutting van het voer.
-
3. Oud paard met PPID én bevestigde Insulinedysregulatie (ID)

⚠ Let op: Niet elk paard met PPID hééft ook ID. Maar bij paarden mét bevestigde ID is het essentieel om suiker en zetmeel (NSC) te beperken om het risico op hoefbevangenheid te verminderen.
- Weidegang: Wees bij ID voorzichtig met weidegang: beperk het tot gecontroleerde periodes op arm gras en wees extra alert in risicotijden zoals het voorjaar en zonnige, koude dagen.
- Ruwvoer (laag in suiker/zetmeel): 8–9 kg laagNSC hooi per dag (<10–12% NSC), eventueel geweekt om het suikergehalte verder te verlagen.
- Vezelrijke aanvullingen:
-
-
0,8-1 kg geweekte bietenpulp zonder melasse.
-
0,5-1 kg geweekte luzernecobs of een low-NSC seniorvoer, verdeeld over 2-3 porties.
-
-
Vet & energie: 100–150 ml olie per dag (bijv. Grow&Glow), verdeeld over meerdere porties.
-
Vitamine en mineralenbalancer om alle micronutriënten te dekken (bv. Este Balancer)
-
Portiegrootte & frequentie: geef krachtvoer, pulp, cobs en mash in kleine, frequente porties (min. 3–4 per dag) om de NSC-belasting per maaltijd te verlagen en de insulinerespons stabieler te houden.
-
Darmgezondheid:
- Een stabiele darmflora helpt ook hier bij een rustige energievoorziening uit vezels.
- Guts&Glory van Curafyt kan worden ingezet om de darmgezondheid te ondersteunen.
Een paard met PPID heeft levenslange, brede zorg nodig: niet alleen op het gebied van voeding, maar ook medicatie, hoef- en gebitszorg, vachtverzorging en aangepast bewegen. Met goed management, regelmatige controles en veterinaire opvolging blijven PPID-symptomen beter onder controle en blijft je paard langer fit en comfortabel (Hallebeek, 2024; Galinelli et al., 2021).